Waarom iedere school een tra­ject­brug­fi­guur nodig heeft

Directeur Katrien De Keukelaere vertelt waarom het werk van de trajectbrugfiguren zo waardevol is voor basisschool Crombeen.

Vijf jaar geleden zag basisschool Crombeen haar leerlingenpopulatie danig veranderen. Steeds meer leerlingen met een andere thuistaal dan het Nederlands kwamen naar Crombreen. Directeur Katrien De Keukelaere merkte dat deze verandering een grote impact had op het schoolteam. Onwetendheid en een gebrek aan omkadering zorgde voor frustratie bij heel wat leerkrachten. Daarom besloot ze om een beroep te doen op de trajectbrugfiguren van Onderwijscentrum Gent. Sindsdien zijn Jo Dreezen en Magali Degroote vertrouwde gezichten op de school.  

Jo, even voor de duidelijkheid: trajectbrugfiguren zijn niet hetzelfde als brugfiguren? 

Jo: "Nee, dat klopt! In dat opzicht zijn de benamingen ietwat verwarrend. Waar brugfiguren vooral de brug maken tussen ouders, school en buurt, werken trajectbrugfiguren vooral op het niveau van het schoolbeleid. Wij begeleiden schoolteams die worstelen met vragen rond diversiteit, kansarmoede, vroegtijdig schoolverlaten…. en dat voor maximum 3 jaar. Een traject kan dus 2 weken, 2 maanden, maar ook 2 jaar duren. Dat hangt helemaal af van de vragen en de noden van de school. Wij letten er op dat de school eigenaar van het proces blijft en hechten veel belang aan de visie, identiteit en context van de school."

Katrien, met welke vraag ben jij naar de trajectbrugfiguren toegestapt? 

Katrien: “Het eerste traject dat we met Jo en Magali deden, draaide vooral rond de communicatie naar ouders. We merkten dat we taalarme gezinnen veel minder bereikten en zochten naar oplossingen om de verbinding met die gezinnen te vergroten. Jo en Magali startten met de Crombreen-brieven onder de loep te nemen om ze nadien drastisch te vereenvoudigen. Dat deden ze door pictogrammen en kleurcodes. Bijvoorbeeld: witte brieven zijn infobrieven en mogen thuis blijven, gele brieven moeten ingevuld worden en terug naar school komen.” 

Zijn er nog voorbeelden binnen dat communicatie-traject? 

Katrien: “Jo en Magali maakten een koelkastfiche en begeleidden de implementatie ervan. Op die fiche staat, heel eenvoudig en met pictogrammen, het verloop van een schooldag uitgelegd. Dat lijkt misschien iets banaal, maar voor heel wat ouders is dat een serieuze houvast. Daarnaast analyseerden ze ons jaarlijks infomoment en dachten ze na over hoe we daar meer ouders naartoe konden krijgen, óók ouders uit kwetsbare groepen. Op hun advies vindt het infomoment nu plaats in het laatste weekend van augustus en niet meer in september. Die dag doen we er alles aan om ouders zich welkom te laten voelen op onze school.” 

Jo: “Intussen zijn die nieuwigheden goed ingeburgerd maar in het begin waren niet alle leerkrachten daarvan overtuigd. Omdat een breed draagvlak belangrijk is om een verandering te verankeren binnen de schoolwerking, treden wij regelmatig in dialoog met het volledige team. We willen een mindset creëren die verandering aanmoedigt zonder daarbij de eigenheid en de visie van de school te verloochenen.” 

Katrien, merk je verandering binnen je schoolteam sinds de samenwerking met de trajectbrugfiguren? 

Katrien: “Ik merk dat het schoolteam heel wat vraagstukken met een andere blik bekijkt. Een meer open blik. Dat komt omdat Jo en Magali voor theoretische omkadering zorgen, soms zelfs met de hulp van andere externe partners. Onlangs organiseerden ze een studiedag rond meertaligheid. Daarin kwamen zeer relevante thema’s aan bod: Hoe werkt meertaligheid? Hoe kijken we ernaar? Hoe zetten we de thuistaal van de kinderen nu al in in de klas? Hoe omarmen we de thuistaal? Hoe pakken we dit aan met het volledige team? Met die theorie reikten ze ons handvaten aan om een visie rond meertaligheid te ontwikkelen zodat we die duurzaam kunnen inbedden in onze schoolwerking.” 

Wat is voor jou de meerwaarde van de aanwezigheid van trajectbrugfiguren op Crombeen? 

Katrien: “Belangrijk voor mij is dat een traject volledig op maat en op het tempo van onze school gebeurt. Als ik even op de rem wil gaan staan omdat het te druk is, dan kan dat. Als we de vraag of aanpak willen bijsturen, dan kan dat. Ik beschouw de trajectbrugfiguren als partners van de school. Bovendien voel ik me als directie erg gesteund door hen. Externe expertise wordt vaak makkelijker aanvaard door het schoolteam dan informatie die van mij komt. Aangezien Jo en Magali op veel scholen actief zijn, weten ze perfect wat er reilt en zeilt in het onderwijs. Ze stellen me dan ook wel eens gerust: ‘Ach Katrien, op andere scholen is dat niet anders’ (Lacht.)”